Columns
Erfslecht

Erfslecht

Martin ter Denge
Schrijver en spreektaalkenner en spreker van het Twents/Nedersaksisch

Nog eentje over het Twents dan. Vorige week liep ik nietsvermoedend met een taske met bodskoppen de deur uit bij de grote gele supermarkt. Buiten stapte generatiegenoot S net op z’n fiets. Achter hem twee vlasblonde kindertjes op gifkleurige fietsjes, die overduidelijk nakomelingen van ‘m waren, te zien aan dezelfde fiene snuutjes. Hij werkt in het Deventer ziekenhuis en deed er een rappe anekdote in.

‘Hey Matn!’

‘Hey S, good te passe?’

‘Altied, Matn! Hee, vanear in et zekenhoes zea ik wat in et Riessens. De collega’s keken mie an met ogene net glöazige cipeln. Ze meanen a’k Duuts deed.’

‘Ja dat kan ik mie good indenken. Hef der wal wat van weg ja,’ zei ik maar.

‘Na, en do gung ik es an ’t googlen an en köm ik oet bie oewe site. Mooi man!’

‘Hey danke! Ja, doar kö’j drok met worden.’

‘Ja gaaf dat je daar zo druk mee bent. Erfgoed en zo. Hee, jongens, gaan jullie mee?’ riep hij ondertussen achterom.

‘Mu’w der in holden, toch?’ zei ik hem na.

‘Ja vind ik wel,‘ riep hij over z’n schouder. ‘Dan mu’j et neet allene met mie kuiern mer ook met dee möage van oe. A’j wilt dat zee et gebroekt, mu’j et ze wal eerst angeven.’

Ik kreeg een ongemakkelijk lachje terug, want hij wou gewoon een praatje maken. Snap ik wel. Maar eigenlijk had ik nog veel meer willen zeggen. Want erfgoed, ja prima, maar daar heb ik vrij weinig mee.
Nedersaksisch wordt in het verdomhoekje erfgoed doodgedrukt. Een taal is een werktuig, geen museumstuk.
Zodra de term Nedersaksisch valt, beginnen er in de hoofden van mensen een stel klompendansers de Driekusman te stampen. Of mensen op een stokoude manier van vrogger-was-alles-better met een zeis het graan te oogsten. Of cliché met bier te gooien. Jammer. Want daar heeft de taal eigenlijk weinig mee te maken. Net als dat niet elke Engelstalige een bolhoedje opheeft en thee drinkt en niet elke Duitstalige in een Lederhose loopt.
Nedersaksisch is gewoon een taal. Een alledaags, modern communicatiemiddel, net als alle andere talen. Dat kun je volledig loskoppelen van erfgoed. Sterker nog, het was ooit de universele handelstaal van Noordwest-Europa. Kan het zo weer worden, maar dan moet je daar wel met z’n allen werk van maken en het dagelijks spreken. Net als dat je Nederlands niet alleen als erfgoed doorgeeft, maar gewoon, omdat dat nu eenmaal praktisch is.
Van de Veluwe tot de Poolse grens, van de Achterhoek tot Scandinavië en de deelstaat Espíritu Santo in Brazilië, Nedersaksisch is een internationale taal met handelspotentie. De lijm tussen alle Germaanse talen. Dat gaat veel verder dan je babbeltje bij de supermarkt. Wil jij dat je kinderen ontnemen?

Editienr: 71 | Tekst: Martin Ter Denge | Fotografie: Martin Ter Denge