Columns
Zwitserland

Zwitserland

Martin ter Denge
Schrijver en spreektaalkenner en spreker van het Twents/Nedersaksisch

Terwijl ik dit typ, halverwege mei, buldert de echo van een donderskoer tussen de bergwanden die het turquoise Meer van Brienz omhelzen. Volledig solidair met Nederland, want de NOS doet van zwaar noodweer in het oosten.

We zitten in zo’n typisch Alpenhuis. Witte muren, daar bovenop twee donkerhouten verdiepingen met een balkon. Verder alles van hout: de wanden, vloeren en kasten tot de wandbank in de keuken. Kitsch, maar hier hoort dat zo. Voor minder doen we het ook niet. Oh en om de haverklap beiert hier de klok van een ruwstenen kerkje van Gereformeerde signatuur om de hoek de tijd van het uur, zonder standaard Rijssens beiaardiersbandje. Ik zou me er al bijna thuis gaan voelen.

Want wat is het hier schoon. Geen stipje afval langs de weg. Dat Vlaamse koppel dat we ooit in Sicilië spraken had gelijk toen ze zeiden: ‘awel, ze hebben daar ‘t gras nog gekamd’. Zwitserland is zeg maar het Twente van Europa. Het glooit hier bovengemiddeld, mensen zijn er rustig en vriendelijk en zorgen dat ze de zaken goed voor mekaar hebben.

Bijvoorbeeld dat ze vier officiële landstalen hebben. Het merendeel spreekt Duits met een prachtig zwierig, bijna Zweeds accent of anders in een dialect dat rustig als eigen taal door mag gaan. En dan nog Frans, Italiaans en Reto-Romaans. Doet niemand moeilijk over en het land is er een van de efficiëntste ter wereld mee. Daar ligt het dus niet aan.

Alhoewel, niet moeilijk… Het Reto-Romaans werd lange tijd als achterlijke boerentaal gezien. Het is net geen Italiaans en net geen Duits. Niet belangrijk, boeit niemand. Dat moesten ze er maar gauw achterheen doen, werd hun van buitenaf verteld. Mensen die zich onderling al eeuwen prima in het Reto-Romaans redden, zouden ineens tien keer zo intelligent worden als ze Duits zouden spreken, werd hun beloofd. Dikke onzin natuurlijk, want je snapt dingen het best in je eigen taal. Niemand met een beetje nuchter verstand vind zomaar ineens z’n eigen taal dom, lomp en onbenullig. Da’s altijd een gestuurd, politiek proces, versterkt door consequent eentalige media (en tijdschriften).

Klinkt bekend? Maar goed, inmiddels is het Reto-Romaans gewoon een van de vier officiële talen van Zwitserland. Reto-Romaanse kindertjes krijgen elke dag aardrijkskunde, rekenen, biologie en alle andere schoolvakken in het Reto-Romaans. Doodnormaal.

Net zoals kinderen in Twente die vakken gewoon in het Tw… ah nee toch niet! Want de meesten bij ons in Twente werken nog altijd vrolijk mee aan de eigen linguïcide. En het allerergste is nog dat we denken dat we onze kinderen een plezier doen. Terwijl je volgens mij met twee talen meer bagage hebt om de wereld te begrijpen dan met één.

Er valt nog veel te leren.