Columns
1 + 1

1 + 1

Martin ter Denge
Schrijver en spreektaalkenner en spreker van het Twents/Nedersaksisch

Da’s even wennen voor mij, een column in het Hollands. Meestal vraagt men juist Twentse columns, want dat doet niet iedereen. Voor de meeste mensen is het dus andersom. Die bangen zich als ze Twents moeten schrijven. Beginnen ze al geheels niet aan. Bij mij is dat dus tegenovergesteld, want ik schrijf ja normaal alleen Twentse columns. Dus dit voelt behoorlijk vreemd. Ik moet zelfs oppassen dat ik niet uit gewoonte vuur veur voor schrijf. Of veur voor vuur. Of hoe was het ook alwier.

Kun je nagaan hoe moeilijk dat geweest moet zijn voor onze ouders en grootouders, dat ze als kind elke dag naar een school moesten waar de juf zo vreemd praatte. En dat je dan dom werd genoemd en vooraan in de klas moest zitten omdat je de juf niet verstond. Of naja, omdat de juf jou niet kon verstaan. Of deed alsof. Daar kon jij toch niks aan doen? Jij zei toch niks geks?

Was het niet juist dom van de juf om wat anders te verwachten van eentalig Twents opgevoede kinderen? ‘De juf kon enkel Hollands, wat ’n dom deer!’ hadden we ook kunnen zeggen. Maar ja, wij hebben wél fatsoen. Als het om kennisoverdracht zou gaan, maakt het niet uit in welke taal het is. In het Twents is 1 + 1 ook gewoon 2. Blijkbaar zat er iets anders achter.

Maar lang verhaal kort, door dat misverstand hebben we allemaal een angst voor het Twents gekregen. We vinden het supermooi, maar stel je voor dat je in een blad, dat nota bene over Twente gaat en in Twente wordt verspreid, Twents zou gebruiken. Alsof dat volkomen normaal zou zijn, haha. Hoe haal je het in je hoofd?

Inmiddels leven we in een hele andere tijd. Eentje waarin mensen Twents juist mooi lijken te vinden maar er zelf niks mee kunnen. Heeft te maken met de globalisering: op internet praten we de wereld rond. Maar wie ben je nu zelf eigenlijk? Juist een internationale context confronteert je met je eigen achtergrond, gebruiken en gewoonten. En dan sta je voor joker als je daar niets van weet.

Daarom was ik ook superblij (heel on-Twents woord, maar niet minder gemeend) met de aanvraag van University of Twente: of ik een Twentse Taalcursus voor internationale studenten wil geven. Stel je eens voor: een Pakistaan die straks een Mexicaanse vraagt of ze ‘good te passe’ is. De wereld op z’n kop. Terwijl wij hier nog altijd denken dat niemand wat met Twents heeft, zijn zij gewoon heel nieuwsgierig en vinden ze het supermooi, dat eigene. Het koesteren waard. In die zin is Twents dus hartstikke hip. Hoge tied da’w der wark van maket