Columns
Window Dressing

Window Dressing

Martin ter Denge
Schrijver en spreektaalkenner en spreker van het Twents/Nedersaksisch

Goodgoan, stond er op de bussen van Twents – pardon – RRReis te lezen. Leuk hè, Matn, iets in het Twents op een bus. Dat moet jij toch geweldig vinden? Ja fantastisch joh, dat de busmaatschappij jarenlang nota bene met een Twents Ros heeft rondgereden maar pas één clichéwoordje Twents gaat gebruiken als ze ermee stoppen. Echt tof joh. Om te huilen, dat we daar als Nedersaksische gemeenschap al blij mee moeten zijn. Of de provincie Overijssel. Die hebben een tik over de vingers gekregen van de Raad van Europa, omdat ze te weinig aan de promotie van het Nedersaksisch doen. Dus doen ze nu iedere dinsdag een dialectdinsdagpost. Een plaatje van een weiland, een koe, rivier of bejaarden met een nikszeggende spreuk erin: ‘Mooi zitt’n en dom kiek’n.’ Inderdaad, zeg dat. Applaus. De provincie kan nu roepen: “Kijk Raad, we doen er echt wel wat aan, hoor!” Maar zich er ondertussen nog steeds met een jantje-van-leiden vanaf maken. Een sterk staaltje ‘window dressing’, of wat de Friezen zo mooi geveltsjefrysk noemen: “Mei grutte letters Provinsjehûs op ‘e gevel sette, mar efter de gevel Hollânsk prate.”

Ter vergelijk: alle andere posts van onze gebenedijde provincie gaan wél over iets inhoudelijks. Bijvoorbeeld over 68.000 nieuwe bomen in Overijssel, Overijsselse Vrijwilligers, of de Dag van de Mantelzorger. Doe dat nu eens in het Nedersaksisch! Of doe voor de balans ook eens een nikszeggende spreuk in het Nederlands: Plaatje van een sloot, locatie Zwolle, caption: ‘De zon in de zee zien zakken.’ Wow, wat is Nederlands mooi hè? Hashtag #waardevol, hashtag #koesteren.

De provincie zou Nedersaksisch moeten gebruiken om ook de belangrijke zaken te bespreken. Dan mag je je pas weer met de borst vooruit bij de EU melden. Maar dat mag je niet hardop zeggen. Zelfs niet in het Nederlands. Want wat zijn we toch allemaal bang om voor domme boer te worden versleten. Door wie? Vooral door jezelf. Je bevestigt je eigen vooroordeel. Heb ik nieuws voor je: dat slechte imago hou je inderdaad zelf in stand door het alleen maar voor onbenulligheden te gebruiken en nooit iets aan die beeldvorming te veranderen. De provincie zou daarin voorop moeten lopen.

Dit geldt trouwens net zo goed voor streekbladen, provinciale omroepen en álle media. Waar zijn onze Nedersaksische tijdschriften, omroepen en informatiekanalen? Als je de taal echt zo’n warm hart toedraagt, maak je daar ook ruimte voor. Ja maar Nedersaksisch is erfgoed, roept men dan. Nee, hou daar eens mee op. Nedersaksisch is een communicatiemiddel. Een warktuug, gin museumstuk.

Ik heb nog een mooie clichékreet voor jullie: Der an met de lippe!