Thijs Kemperink - Blijft hongerig
‘Overdrieven kuj ’t beste met een boot’. Aldus luidt de titel van de nieuwe voorstelling van Thijs Kemperink. Zijn eerste programma dat geheel in Twents dialect wordt gepresenteerd. Een ode aan zijn Twentse afkomst, maar eveneens een spiegel die hij zijn mede-Tukkers wil voorhouden. “Over onze tekortkomingen als tukker”, aldus de cabaretier en stand-up comedian uit Albergen, die acht jaar geleden zijn eerste programma op de planken bracht: Zleur. Hoog tijd voor een hernieuwde kennismaking met Kemperink.
Twente en Twentelife maakten in 2016 kennis met Thijs Kemperink uit Albergen, het dorp dat inmiddels om meerdere redenen landelijke bekendheid geniet. Er is dus wel een en ander veranderd. Trots op zijn dochtertje Zara, een nieuwe liefde en nog altijd woonachtig in het huis van zijn ouders. Dat gesprek destijds voor Twentelife kan hij zich nog goed herinneren. Bijvoorbeeld over wonen in een kleine gemeenschap: “Er is hier altijd wel iemand die iets van je vindt, die zijn mening klaar heeft. Van mensen die nooit naar mijn show komen maar er wel wat van vinden. Als ik me daar druk om moet maken… Dat is echt jammer van mijn energie. Maar aan de andere kant heeft het ook wel iets. Als iemands verjaardag gezelliger wordt door over mij te roddelen, heb ik iemand indirect toch een leuke verjaardag bezorgd.”
Het is een vorm van omdenken zoals Finkers dat kenmerkte en die ook Kemperink als humorist beheerst. Maar acht jaar geleden had hij die mindset nog niet: “Waarom ik hier ben gebleven? Als je morgen iets hebt dan staat het hele dorp voor je klaar, de samenhang in een dorp is erg prettig. Hier ben ik gewoon Thijs zoals je Thijs bent.”
In zijn nieuwe voorstelling wil Kemperink de tukkers een spiegel voorhouden. Over onze tekortkomingen als tukkers. Hij belooft een intieme voorstelling in de kleine zalen van de theaters: “Het wordt net iets anders dan een gewone cabaretvoorstelling. Acht jaar geleden wilde ik het iedereen in de zaal naar de zin maken. Mijn stijl is in die zin wel veranderd. Het wordt een ode aan de streek en aan de tukker. De tukker die mensen niet kwetst en in staat is de afweging te maken of zijn of haar mening een meerwaarde heeft. Dat vind ik een mooie eigenschap aan ons.”
Corona
Terugkijkend op acht jaar op de planken speelt corona een rol: “Dat was een gekke tijd. Alle live shows werden gecanceld en ik moest ineens allemaal dingen online doen, wat voor live comedy helemaal niet werkt. Dan werd ik bijvoorbeeld uitgenodigd als comedian op een bedrijfsborrel, dan log je in en kijk je naar al die schermpjes van mensen thuis met een drankje voor de laptop en dan moest je grappig gaan doen. Bij de een was de verbinding wat beter dan bij de ander dus de een begint dan ook eerder met lachen dan de ander. Dan weet je in elk geval dat AI humor niet over kan nemen. Om grappig te zijn moet het altijd live zijn. Het komt bij humor op timing aan, het juiste moment en of de zaal er lekker in zit. Dat kan je als machine nooit aanvoelen. Dus ik denk dat ik nog wel even werk heb. En als ik elke dag de staat van Nederland in de krant lees dan is het ook hard nodig. Af en toe een beetje lachen.”
Andre Manuel
“Ik keek destijds erg op tegen Andre Manuel. Nu nog steeds, maar ik doe inmiddels ook heel veel samen met hem. Volgens Andre zijn we inmiddels gelijk, maar ik vind dat niet. Het zijn de voorbeelden die ervoor hebben gezorgd dat je voor dit vak hebt gekozen. Dat je die mensen hoog hebt zitten, daar is niets mis mee. En dat heb ik met Andre nog steeds. Hij is het ultieme voorbeeld van ‘ik doe het zoals ik het doe, en als je het niet mooi vindt ook goed’. Je moet dit in ons vak wel hebben, je bent kwetsbaar, je staat alleen op een podium, je zegt persoonlijke dingen, hebt een mening en iedereen in de zaal mag daar iets van vinden. Aan de andere kant is dat ook het mooiste, het is nog steeds de plek van het vrije woord. Andre is daarvan het ultieme voorbeeld: hij pakt die plek.”
Ontdekken
De plannen die Thijs de afgelopen jaren had zijn zeker gelukt, maar hij is er naar eigen zeggen nog niet. “Cabaret is een vak waar sommigen in één keer groot gebracht worden en dat brengt zo’n druk met zich mee. Want vanaf dat moment moet je het altijd goed doen.”
In Nederland is daar steeds minder ruimte voor merkt Thijs. “Als je op je bek durft te gaan, wordt er al snel gezegd dat iemand het niet kan. Bij nieuwe programma’s wil je jezelf juist ontdekken en als je dan de fout in gaat, dan is het gedaan. Theaters zijn steeds minder een vrijbrief voor die ontwikkeling en boeken vaker YouTubers en Tribute bands om de grote zalen vol te krijgen.”
In oktober start de cabaretier met de try-outs van zijn nieuwe show ‘Overdrieven kuj ’t beste met een boot’. Ook weer een typisch Kemperiaanse titel, die alleen goed tot zijn recht komt in dialect. En voor het overige blijft cabaret een kwetsbaar vak, aldus de Albergenaar die desondanks nog volop kansen ziet: “Ik vind dat ik nog heel veel stappen kan maken en hoop dat dat ook zo blijft, want dan blijf je hongerig.”