De wereld door de ogen van Jeroen Nieuwhuis
De liefde voor zijn vak is in iedere foto die hij maakt te zien. Daardoor zal niemand het werk van Twentenaar Jeroen Nieuwhuis onberoerd laten. Hij vangt in elke plaat een sfeer die ervoor zorgt dat je naar de foto blijft kijken en het verhaal erachter bijna voelt.
Over passie gesproken. Hij geniet zó van fotograferen dat hij er zijn geld mee verdient, maar in zijn vrije tijd de camera ook niet loslaat. Sterker nog; als hij mensen ontdekt die hij interessant vindt, zoekt hij ze op en legt hij ze vast. ‘The iceman’ Wim Hof is er één van, maar wel heel bijzonder zijn de foto’s die hij maakte van The Mountain Men: een groep mannen die de wildernis van het gebied rondom de Rocky Mountains in de Verenigde Staten intrekt om daar precies zo te (over)leven als mensen deden tussen 1804 en 1840. Jeroen kwam deze ‘bergmannen’ op het spoor door een klein berichtje in The National Geographic en raakte geïntrigeerd. Die interesse leidde tot in totaal acht reizen tussen 2016 en 2018 naar de Verenigde Staten en tot een indrukwekkend koffietafelboek met prachtige foto’s vorig jaar. “Doordat ik die paar regels las, ging ik op zoek naar meer informatie”, vertelt Jeroen. “Die vond ik in overvloed, maar er was heel weinig beeldmateriaal. De groep mannen is moeilijk benaderbaar ontdekte ik; ze leven geïsoleerd en juist omdat ze zo leven als in die tijd, is fotografie niet toegestaan, dat was er in die tijd nog nauwelijks namelijk.”
IJzige kou
De fotograaf wilde hen in beeld brengen en gaf niet op. Uiteindelijk lukte het hem om, via de museumwereld, toegelaten te worden tot de Mountain Men gemeenschap. Hij vloog zoals gezegd acht keer naar diverse staten van Amerika. In verschillende seizoenen om zo de mannen te kunnen vastleggen in de ijzige kou, de verzengende hitte en op milde dagen. “Alles wat ze doen is historisch correct, ze jagen zoals toen met dezelfde gereedschappen, slapen onder dezelfde omstandigheden in zelfgebouwde hutten. Hun kennis van de natuur is gigantisch. Het was geweldig. Ik was er met min 25 graden, ik ben onder meer in Utah geweest en in Colorado, zag de Rocky Mountains, met twintig kilo aan fotoapparatuur om mijn nek, maar het was zo gaaf; ik heb ontzettend veel foto’s gemaakt.” Zonde om die alleen maar als showmateriaal te gebruiken vond hij, dus hij besloot een boek te publiceren. De teksten schreef hij grotendeels zelf. Wat de mannen van de beelden vinden is hem maar voor een heel klein deel duidelijk, hun contact met de ‘gewone’ wereld is zo sporadisch dat slechts een paar van de mannen hebben kunnen aangeven tevreden te zijn met het werk van Jeroen.
Italiaanse familie
Hoeveel kan dit verschillen van een van zijn andere projecten: Jeroen fotografeerde drie generaties Vimercati in Monza. Deze Italiaanse familie produceert al sinds 1953 handgemaakte hoeden en doet dat nog steeds op exact dezelfde manier als bijna zeventig jaar geleden. Er wordt in de Italiaanse werkplaats met stoom gewerkt, met robuust ogende machines, met zware metalen strijkijzers, op gebutste houten werkbanken én zoals gezegd door drie generaties, bijna allemaal nog actief in de werkplaats. Goud voor een fotograaf als Jeroen. “Ook dit heb ik met ontzettend veel plezier gedaan, geweldig om te zien hoe dat vakmanschap al die jaren overleeft.” De opdrachten komen voor de Enschedeër ondertussen als vanzelf. Door mond-tot-mond reclame wordt hij gevraagd beelden te schieten voor kleine, maar ook heel grote opdrachtgevers, van Heineken tot Rituals, van Shimano tot Johnny Walker. Best een lijstje om trots op te zijn. “Dat ben ik ook wel, maar het maakt me echt helemaal niet uit voor welk bedrijf ik een opdracht uitvoer”, zegt Jeroen. “Ik wil gewoon altijd het beste werk maken. Niet per se beter dan een andere fotograaf, dat bedoel ik niet, maar ik leg voor mezelf de lat heel hoog. Ik wil altijd een nog betere foto maken dan mijn vorige. Het voelt als een kick als dat lukt, misschien wel vergelijkbaar met een voetballer die scoort in een belangrijke wedstrijd.”
Speelgoedcamera
Jeroen is 31 jaar, maar heeft er al een hele carrière opzitten. Op zijn 11e kocht hij van zijn zakgeld zijn eerste camera “Meer een speelgoedcamera trouwens. Bij Bart Smit, zo-eentje met 0,4 megapixels en met een rolletje van 36”, vertelt hij, gevolgd door een grote glimlach. “Ik stond altijd op een skateboard en las veel skateboardmagazines. Die foto’s in die bladen vond ik echt zo tof, dat wilde ik ook. Vandaar die camera. Overal waar ik ging skaten, ging de camera mee. Uiteindelijk werden die foto’s die ik maakte van mensen die trucjes deden zelfs gepubliceerd soms, heel gaaf.” Met de skatecarrière waar hij destijds van droomde, is het niets geworden trouwens. Hoewel er in zijn Enschedese woning nog steeds een skateboard in de gang staat, is het jaren geleden dat hij erop stond. Hij durft het niet meer. “Stel je voor dat ik iets breek”, verklaart hij. “Dan kan ik niet werken en dat gaat niet.” Die uitspraak is tekenend; hij heeft alles over voor zijn foto’s. Zijn eerste bijbaan was bij een fotozaak in Denekamp, zijn geboorteplaats. “Ik vrat echt alles daar”, herinnert hij zich. “Als er een nieuwe camera kwam, moest ik precies weten hoe die werkte.” Dat hij Beeld en Media ging studeren aan het ROC van Twente kwam voor niemand in zijn omgeving als een verrassing. Dat hij er na een jaar mee stopte wel. “Tja”, begint hij. “Ik wil niet arrogant overkomen, maar ik zat bij mensen in de klas die bij wijze van spreken nog nooit een camera in handen hadden gehad. Ik ben dus maar met die studie gestopt.” Omdat hij nog leerplichtig was, hij was toen 17, ging hij bijna fulltime bij de fotozaak aan de slag. Eens per twee weken ging hij naar de fotovakschool in Apeldoorn.
Storend elementje
Maar eigenlijk heb ik het meeste geleerd via YouTube”, zegt hij. “Nu kom je erin om, maar in de begintijd stonden er nog niet heel veel filmpjes over fotografie online. Ik bekeek ze meerdere keren en zag meteen als er een nieuwe ‘behind the scenes’ online kwam.” Op de foto’s die Jeroen maakt, is de lichtinval in het oog springend. “Dat komt omdat ik vaak buiten met flitslicht werk”, legt hij uit. “Dat was ‘not done’ onder fotografen van de fotovakschool destijds, maar ik vond het effect fantastisch en nog steeds. Op wat kleurcorrecties na en af en toe het wegwerken van een storend elementje, zijn de foto’s die ik aflever eigenlijk zoals ik ze gemaakt heb.” Over zijn nieuwste project kan Jeroen nog niets vertellen omdat de onderhandelingen nog gaande zijn, maar hij heeft er alvast weer heel veel zin in. Niets mooiers dan een nieuw onderwerp voor zijn lens.
Tekst: Maaike Thüss
Fotografie: Archief Jeroen Nieuwhuis