Reportages

Dennis Wilt: "De kunst is om je te kunnen aanpassen aan veranderingen"

Weerman Dennis Wilt beseft door zijn deelname namelijk dat hij heel goed met minder eten en drinken toe kan. Het is niet het enige dat het televisieprogramma hem bracht: hij heeft er een stel nieuwe vrienden bij en hij legt zijn mobiel vaker aan de kant: ruim vijf weken zonder mobiele telefoon is hem prima bevallen. Aan een grote eettafel, in zijn prachtig verbouwde monumentale pand in Borne, eet hij gauw even een tosti. Vanochtend is hij al vroeg gaan sporten. Daarna volgde de fotosessie in Twickel dus het lunchmomentje schoot er even bij in. Dennis neemt ondertussen de tijd om te vertellen over wat hij ‘het programma der programma’s’ noemt. “In de loop der jaren ben ik vaak gevraagd voor tv-programma’s. Eigenlijk zeg ik altijd nee; ik wil geen BN’er zijn die mensen steeds zien opdraven op tv en van wie ze zich afvragen wat hij nou eigenlijk doet.” Voor Expeditie Robinson maakte hij echter graag een uitzondering. “Het leek me een geweldig avontuur, hoewel ik ook wel even heb getwijfeld want wie zit er nu te wachten op een man op leeftijd in een zwembroek op tv?” Maar de krachtmeting die hem op de eilanden te wachten zou staan, kon hij niet laten schieten.

Geen mobiel en geen privacy
“Ik houd wel van uitdagingen en ik was oprecht benieuwd of ik het zou kunnen. Helemaal terug naar de basis, geen mobiel, weinig te eten en te drinken, geen privacy, leven met een groep mensen die je niet kent en opdrachten uitvoeren die fysiek en mentaal het nodige van je vergen. Het was in het begin best lastig. Geen koffie, geen suikers, geen alcohol, je bent hardcore aan het ontgiften. Maar na een paar dagen was ik eraan gewend en eet je alles wat de natuur te bieden heeft.” Zijn doel was om in ieder geval niet na een week weer bij zijn gezin in Borne op de stoep te staan want dat zou in zijn ogen een blamage zijn geweest. “Voor het thuisfront was het niet gemakkelijk. We hebben al die tijd geen enkel contact gehad, dus ze hadden geen idee hoe het met me ging. Ze hadden precies uitgerekend wanneer – Nederlandse tijd – de eliminatie erop zat. Als ik een uur na die tijd nog niet had gebeld, wisten ze dat ik er nog in zat.” Dat hij uiteindelijk als winnaar uit de bus kwam, had hij nooit verwacht. “Ik dacht wel dat ik het een tijdje zou volhouden. Ik ben een nuchtere Tukker en ik geef niet zo snel op. Maar dat ik uiteindelijk zou winnen, daar had ik geen rekening mee gehouden. Ik moet toegeven dat ik er best trots op ben”, blikt hij terug. “Het betekent dat ik lichamelijk en geestelijk fit ben.”

Glas driekwart vol
Dennis heeft flink nagedacht over hoe hij het voor elkaar heeft gekregen om de uitdaging tot het beste einde te brengen. Hij kwam tot de conclusie dat hij in staat is om goed om te gaan met veranderingen in zijn leven, of die nou goed of slecht zijn wat hem tijdens de expeditie in Maleisië goed van pas kwam. Hij verloor zijn zoon Nout toen deze drie jaar was, zijn dochter overleefde leukemie en hij scheidde van zijn eerste vrouw. Stuk voor stuk gebeurtenissen die voor veel verdriet zorgden én waarin hij in de media in de afgelopen jaren volgens hem genoeg verteld heeft en er daarom niet nog een keer dieper op wil ingaan. “Ik ben iemand van wie het glas altijd halfvol is, misschien wel driekwart vol eigenlijk”, zegt Dennis. “Als je in staat blijkt je aan te passen aan een nieuwe situatie, brengt je dat veel heb ik gemerkt. Daarbij: stilstand is achteruitgang. Dat geldt voor iedereen. Je ziet het om je heen gebeuren: oudere mensen die achter de geraniums gaan zitten, gaan achteruit. Ouderen die bij blijven, nieuwe dingen uitproberen en interesse tonen in de mensen en de dingen om hen heen, zijn geestelijk en lichamelijk fitter en daardoor gelukkiger. Kennelijk zit het in mijn karakter om verandering te accepteren en me aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Daar heb ik geluk mee en dat kon ik tijdens de opdrachten in het programma en het (over)leven in dit soort omstandigheden goed gebruiken.”

Tij voor klimaat is te keren
Aanpassen als sleutel tot succes. Volgens Dennis geldt dat niet alleen voor het individu, maar ook voor de maatschappij als geheel. Een ultiem voorbeeld is volgens Dennis te vinden op zijn eigen vakgebied. “We zijn wereldwijd bezig met de staat waarin ons klimaat nu verkeert. We kunnen de hakken wel in het zand zetten en alles bij het oude willen houden, maar aanpassen is de boodschap. We zullen wel moeten!” Gelukkig – en daar spreekt de optimist weer – is er volgens hem iets aan te doen, juíst door ons aan te passen. “We zien nu dat het gat in de ozonlaag aan het dichttrekken is. De ozonlaag beschermt ons weer en dat is te danken aan het feit dat we jaren geleden wereldwijd zijn gestopt met het gebruik van cfk’s, de drijfgassen in spuitbussen en koelkasten. Je ziet dus dat aanpassen zin heeft. Nu we er allemaal van overtuigd zijn dat het klimaatprobleem urgent is, ben ík ervan overtuigd dat we gezamenlijk het tij kunnen keren.” Dennis heeft dan ook een antwoord op mensen die vinden dat we met ons kleine landje nauwelijks van betekenis zijn in de wereld op dit vlak. “Als we zo gaan denken, verandert er helemaal niets. Ik denk juist dat we heel blij moeten zijn dat we in een land leven waar we juist door onze relatieve rijkdom de mogelijkheid hebben om ons met deze problematiek bezig te houden. Als je ziet hoeveel Nederlandse bedrijven zich inzetten voor het klimaat en duurzaamheid omarmen, denk ik dat we een goed voorbeeld zijn voor andere landen. Als de ‘rijkere’ landen ermee beginnen, worden de benodigde technologieën en producten goedkoper, zodat ze later ook voor armere landen beschikbaar zijn. Uiteraard weet ik dat niet iedereen de financiële middelen heeft om zonnepanelen aan te schaffen of om een warmtepomp te laten installeren. Bovendien vind ik dat dit soort maatregelen iets moet opleveren voor degene die ze neemt. Gelukkig gebeurt dat ook; woningen die verduurzaamd zijn, worden meer waard. Er zijn subsidies beschikbaar en ondertussen is er voor de bewoners meer comfort en heeft het klimaat er baat bij.” In zijn woning in Oud Borne heeft hij, niet geheel verrassend als meteoroloog, ook de nodige duurzaamheidsmaatregelen getroffen. Warmte en energie worden zelf opgewekt, de woning is goed geïsoleerd en daardoor in de zomer koel en in de winter warm. Voor de deur staat een elektrische auto en is een laadpaal geïnstalleerd. “Beginnen bij jezelf”, vindt Dennis.

Iedere dag een puzzel
De kennis die hij als meteoroloog heeft gebruikt hij niet alleen als televisieweerman. De Bornenaar treedt ook op als gastspreker bij bedrijven. “Mooi om steeds in een andere omgeving te komen. Als je ziet wat alleen al de Twentse bedrijven ondernemen op het gebied van duurzaamheid. Fantastisch. Ik vind het fijn om mensen te inspireren, dat kan ik doen als ik als gastspreker optreed, maar ook als dagvoorzitter. Dan kan ik een technisch verhaal mengen met mijn eigen levensverhaal waar anderen hopelijk door geïnspireerd raken. Ik houd van mijn vak; geen dag is hetzelfde. Een weersverwachting maken is iedere dag anders, iedere dag opnieuw een puzzel. Als ik opsta en het regent; kan ik oprecht blij zijn. Niet omdat het nat is buiten, maar omdat ik het de dag ervoor goed had.”

Zweefvliegen boven Twente
En dat opstaan, dat doet hij nog iedere dag in Borne. De rasechte Tukker peinst er niet over om dicht(er)bij het mediapark te gaan wonen omdat dat gemakkelijker is. “Ik ben geboren in Enschede waar trouwens de fascinatie voor het klimaat ontstaan is. Ik ging met ‘oom Jaap’, geen echte oom, maar die noemden we zo, wel eens mee naar de vliegbasis in Twente. Hij was daar luchtverkeersleider en nam me eens mee in zijn zweefvliegtuig. Magisch vond ik dat om boven de wolken te kijken.” Hij koos voor een studie meteorologie en kwam als meteoroloog bij de luchtmacht terecht. Hij nam deel aan missies over de hele wereld; hij briefte diverse commando’s en vliegers over de weersomstandigheden om hen zo veilig mogelijk hun operaties uit te laten voeren. Toen hij vader werd, wilde hij vaker thuis zijn en koos hij voor een baan bij Meteoconsult. Ergens in die tijd, verhuisde hij weer terug vanuit Wageningen naar Twente, om er nooit meer weg te willen. “Ik ben een echte Tukker, een kat-uit-de-boom-kijker: eerst analyseren wat er gaande is en dan actie ondernemen. Ik pas hier ook echt. In Twente kan ik gewoon Dennis zijn, geen poespas, geen gedoe, geen BN’er.”