Floor van Weert in Oostenrijk
Ze had nog nooit een voet op Oostenrijkse bodem gezet en haar kennis van de Duitse taal bestond uit twee zinnen. Toch besloot Floor de Weert 21 jaar geleden naar Oostenrijk te verhuizen. Een beslissing waar ze tot op de dag van vandaag geen spijt van heeft.
De Enschedese Floor van Weert stapt 21 jaar geleden met een vriendin op het vliegtuig om te gaan backpacken in Australië. Wekenlang reizen ze van de ene plek naar de andere. Niet met een Greyhound-bus zoals ze hun ouders hadden beloofd, maar liftend want dat scheelt een hoop geld dat beter besteed kan worden aan feestjes en uitgaan. Op een dag stopt Oostenrijker Daniël om de twee een lift te geven, maar wel onder één voorwaarde: dat ze met hem meerijden naar Cape York, het noordelijkste puntje van Australië. Het is een tocht van duizenden kilometers door de middle of nowhere. Niet te doen voor Daniël om alleen te rijden. Floor en haar vriendin stappen in. Twee weken later komen ze aan in Cape York, Floor en Daniël straalverliefd.
Dat accént!
“Een half jaar later had ik mijn baan als maatschappelijk werker in een internaat voor moeilijk opvoedbare kinderen in opgeknapte appartement in Enschede. Ik had wel zin om het avontuur aan te gaan”, blikt ze terug. “Ik dacht: ‘ik ga gewoon en als het niet leuk is of het met Daniël niet leuk blijkt te zijn, dan ga ik gewoon weer terug’.” Het stel trekt in bij zijn ouders, hij studeert nog en woont dan nog thuis. “Zijn ouders waren lieverds en het huis was groot genoeg, maar na ongeveer een jaar verhuisden we naar Linz, een stad die iets groter is dan Enschede. Een beetje vergelijkbaar eigenlijk, want ook Linz is een studentenstad met een Universiteit.” Ondertussen had Floor de taal een beetje onder de knie. “Ik dacht: het is gewoon Duits, maar dat accént! Supermoeilijk.” Het Oostenrijks leerde ze van de mensen met wie ze werkte. Niet van collega’s, maar van de mensen met psychische klachten die ze begeleidde met sporten. “Op weg naar de locatie, leerden ze me van alles. Heel leuk.”
Ruimte genoeg
Na twee jaar, strandde de relatie met Daniël. “Ik dacht: ‘dan moet ik terug naar Nederland’,” vertelt ze. “Maar eigenlijk wilde ik dat helemaal niet. Ik had van alles opgebouwd. Ik had een baan, vrienden en Oostenrijk is een prachtig land.” Ze besloot te blijven. Niet lang daarna ontmoette ze Max, de man die de vader van haar twee kinderen zou worden. Ze woonden in een appartement in Linz, maar toen na haar zoon Matthijs ook dochter Hanna werd geboren, werd het te klein. “In Oostenrijk is het gebruikelijk dat je zelf een huis bouwt”, vertelt Floor. “Er is hier ruimte genoeg. Het land is een stuk groter dan Nederland en er wonen de helft minder mensen. Als je een huis bouwt, helpt iedereen mee. Je maakt het helemaal naar je eigen wens en het is min of meer de bedoeling dat je er blijft wonen tot aan je dood.” Floor, Max en de kinderen woonden dertien jaar in hun huis, dat werd gebouwd in een klein dorpje waar Floor met tegenzin naar toe verhuisde. “Ik vond Linz geweldig. Ik ben een stadsmens, ik groeide op in Enschede. Het platteland met al die sociale controle leek me helemaal niets. Maar omdat hij een stuk grond had geërfd en het huis inderdaad te klein was, heb ik toch ‘ja’ gezegd.”
Laaiend enthousiast
Hoewel ze het niet had verwacht, beviel het plattelandsleven haar best. “Zelfs toen ik niet werkte. Als je hier kinderen krijgt, blijf je de eerste 2,5 jaar thuis als moeder. Je hebt dan betaald verlof. Toen bleek dat ik toch écht een Nederlandse ben”, lacht ze. “Ik wilde toen mijn dochter klein was gewoon weer aan het werk.” Kinderopvang voor jonge kinderen was er destijds in Oostenrijk niet, maar zodra die wel beschikbaar was, ging Floor weer aan het werk. Als maatschappelijk werker nu, want intussen had ze met een extra rechtenmodule een diploma behaald dat ook in Oostenrijk geldig is. “Heel leuk overigens, want de directeur van die school was laaiend enthousiast over de Nederlandse opleiding SPH. Dat diende als voorbeeld. Enschede zelfs in het bijzonder, daar gingen veel studiereizen naar toe.” De relatie met Max hield geen stand. Toen de kinderen 10 en 11 waren, scheidde Floor. “Dat was de enige keer dat ik heel graag weer in Nederland wilde wonen”, vertelt ze. “Maar ja, we hebben kinderen en die verkas je niet zomaar.” Het was een emotionele tijd waarin ze met de kinderen terugverhuisde naar Linz waar ze nu nog woont. “Soms wel lastig voor ze, want het zijn echte ‘LandEier’, zoals ze plattelandskinderen hier noemen”, zegt ze. “Maar ze doen het hartstikke goed nu.”
Styling en hagelslag
Net als zijzelf; Floor werkt sinds 2013 als begeleider van families in de jeugdzorg. Ze is er helemaal thuis en roemt de gastvrijheid van de Oostenrijkers. “Er is altijd taart in overvloed, een gevulde koelkast, iedereen mag mee-eten en als er wat over is, krijg je het mee naar huis. Plus: ze staan altijd voor elkaar klaar. “Oostenrijkers zijn overigens ook dol op Nederlanders”, vertelt Floor. “Ze vinden ons accent als we Oostenrijks spreken ‘Süß’ en ze vinden ons grappig en liberaal. O ja, wat ze wel zeggen over ons: we komen met zijn allen op-en-top gestyled de berg op, maar skiën kunnen we niet”, lacht ze. Heimwee naar Nederland heeft ze dus niet, maar op de hoogte van alles wat er speelt is ze wel. Het nieuws volgt ze via NU.nl en omdat ze twee á drie keer per jaar naar Enschede komt, heeft ze haar thuisstad zien veranderen zoals iedere andere Tukker en is het geen cultuurshock geweest om het centrum in te gaan. Als ze er is, gaat ze met familie en vrienden een broodje eten bij De Kater en volgt daarna een pannenkoek bij de pannenkoekenboerderij in Buurse. “Én we proppen alle tassen vol met hagelslag, want dat kun je in Oostenrijk niet krijgen.”
Tekst: Maaike Thüss
Fotograaf: Archief Floor van Weert