Reportages

Kunstenaar Bas Kosters: “Ik wil bijdragen aan een veilige, vrije wereld”

Zijn verhalen komen tot uiting in wandkleden, poppen, kostuums, glasobjecten, installaties, performances, tekeningen en schilderingen. Ik zoek hem op in zijn eclectische en uitbundige atelier op de NDSM werf in Amsterdam-Noord. “Ik groeide op in Zutphen. Als tiener was ik altijd aan het tekenen en bezig met kleding. Ik hield van mooie stoffen en sieraden. Er waren niet veel jongens zoals ik. Maar je bent gewoon zoals je bent, voor mij was het normaal. Voor mij is interesse in voetbal afwijkend (lacht). Het was niet altijd makkelijk, maar dat geldt voor veel mensen, dat hun jeugd niet altijd makkelijk is geweest. Ik wil ervoor waken om het beeld te schetsen van: ‘hij is een aparte vogel en komt niet uit een grote stad, dus het zal wel lastig zijn geweest om daar op te groeien.’ Op die manier houd je de hokjesgeest ook in stand. Want daarom voel je je juist vaak eenzaam als je buiten de norm valt, omdat het referentiekader altijd uit die hokjes bestaat.” Op 17-jarige leeftijd ging Bas naar het MBO in Arnhem om de opleiding Fashion te doen. Daarna vertrok hij naar Enschede om Fine Arts te gaan studeren op de AKI ArtEZ. “Ik had een heel grappig punkmeisje met een grote hond ontmoet in de trein naar Hengelo. Zij zat op de AKI en vond het daar hartstikke leuk en toen dacht ik: ‘nou goed idee!’ Enschede was toch een stapje groter dan Zutphen. Ik heb het heel erg naar m’n zin gehad. Een aantal van mijn beste vrienden zijn mensen van de kunstacademie, die spreek ik wekelijks en we logeren nog steeds bij elkaar. Ik heb voor de AKI gekozen omdat het een heel vrije omgeving was om te studeren. Je kon 24 uur per dag naar de academie, die zat toen nog op het universiteitsterrein. Al die leuke mensen uit de alternatieve scene kwamen samen, we organiseerden feestjes in Atak en ik werkte bij ‘t Bölke. Ik vond het ook wel lekker rustig, soms fietste ik naar mijn oma in Hengelo. Het had iets heel gemoedelijks.”

Inspiratiebronnen

“In mijn tienertijd werd ik erg geïnspireerd door muziekartiesten. Ik hield van artiesten met een uitgesproken visuele taal en performance identity. Ook Jim Henson vond ik geweldig. Ik ben opgegroeid met The Freggels en The Muppet Show. Die wereld van poppen maken en karakters creëren vind ik heel leuk. En daarnaast natuurlijk iconen als Vivienne Westwood, Fong Leng, Jeff Koons en Grayson Perry, mensen uit de mode- of uit de kunstwereld die een ubervisuele, figuratieve, informatieve stijl hebben. Die de systemen waarin ze zich bevinden aan de kaak stellen, die grenzen opzoeken en daarmee ruimte creëren voor anderen om er te zijn. Mensen die verbindend zijn, maar de boel ook opschudden.”

Enfant terrible

Bas werd bekend met grote modeshows onder andere bij de Amsterdam Fashion Week en de London Fashion Week. De shows zijn een kunstmanifestatie op zich. Hij wil verhalen vertellen met de mode als taal. “De onderliggende gedachte was het vieren van het individu en de individuele schoonheid. Ik handel altijd vanuit liefde en engagement. Ik wil dingen aan de kaak stellen, maar heb ook de behoefte om te delen, te verbinden, te prikkelen en te inspireren. Om zo ruimte te creëren voor anderen, voor mensen die moeite hebben om zich te conformeren, bijvoorbeeld aan de geldende gendernormen. Zelf had ik vroeger wel wat meer gelijkgestemden willen zien in de media”. Bas wordt wel het enfant terrible van de modewereld genoemd. “Dat vind ik helemaal niet erg. Het plaatst me in het rijtje van Jean Paul Gaultier en Vivienne Westwood, mensen die de randen van de goede smaak opzoeken en discussie op gang brengen. Ik denk dat mensen soms denken dat ik meer bijzonder ben dan dat ik daadwerkelijk ben. In de ogen van een preutse puritein lijk ik misschien vrij extreem, maar eigenlijk ben ik redelijk normaal. Ik wil net als anderen gezien en geliefd worden, ik wil delen. Hoe ouder ik word, des te ‘normaler’ ik blijk te zijn. De dingen waar het in mijn werk over gaat worden ook steeds universeler, daarin heb ik veel raakvlakken met de rest van de wereld.”

 Samenwerkingen

Bas werkte met veel bedrijven samen, waaronder Zenner, Fluevog, Bugaboo, Wehkamp en Coolcat. “De samenwerking met Bugaboo maakte super veel indruk en was ook heel leerzaam. Ik was net van de kunstacademie en kreeg carte blanche. We hebben een kinderwagen gelanceerd die over de hele wereld is gepresenteerd. Commerciële samenwerkingen leveren me geld op om mijn eigen vrijheid te verdienen. Vroeger was dat binnen de mode en nu voor autonoom werk. Het is geen straf om voor een commercieel bedrijf te werken. Als ik heel specifiek kan ontwerpen vanuit mijn eigen autonome visie, dan hoef ik eigenlijk ook geen concessies te doen. En niet overal hoeft een piemel op te staan wil het een geslaagd Bas Kosters ontwerp zijn”, zegt hij lachend.

Daarnaast houdt Bas zich in zijn werk veel bezig met sociaal-maatschappelijke thema’s als duurzaamheid, gendergelijkheid en discriminatie. “Als ik mijn creativiteit in kan zetten om bij te dragen aan een betere wereld dan doe ik dat met alle liefde. Je spreekt je uit in beeld en in woord, bijvoorbeeld door een modeshow te organiseren met modellen die maat 34 tot maat 44 hebben en leeftijden van 13 tot 60 jaar. Op die manier kun je vastgeroeste systemen aan de kaak stellen en nieuwe normen communiceren. Thema’s hebben ook met elkaar te maken. Zo maak ik gebruik van oude stoffen, maar duurzaamheid heeft voor mij ook te maken met het creëren van een veilige, vrije wereld. Een wereld waar mensen zichzelf kunnen zijn, niet alleen qua uiterlijk maar ook qua innerlijk. Vorig jaar heb ik meegedaan aan Outsider Wear, waarbij ik gekoppeld werd aan een ‘outsider kunstenaar’, iemand met een beperking. Je kijkt of je degene kunt helpen om bepaalde doelen te verwezenlijken, maar het was voor mijzelf ook leerzaam en inspirerend en het dwong me om op een andere manier naar mijn eigen werk te kijken.”

Autonoom werk

De tijd van de grote modecollecties en shows heeft Bas bewust achter zich gelaten, hij wil zich vooral concentreren op het maken van autonoom werk. “Ik ben nu bezig met een onderzoeksproject over vreugde. Alles moet altijd beter, mooier en succesvoller. Ik heb op zich een heel rijk leven, maar soms vind ik het best lastig om in contact te staan met vreugdevolle waarneming. In 2015 ben ik mijn ouders kwijtgeraakt, ik heb toen werk gemaakt over het omarmen van verdriet. Daarna kwam een project over hope en nu dus een project over joy. Welke rol speelt joy in mijn leven, moet ik altijd joy ervaren en kan je joy manifesteren?”

De carrière van Bas beslaat ondertussen ruim twintig jaar. Steeds zoekt hij weer nieuwe manieren om de tijdgeest weer te geven. “Ik heb nooit een gebrek aan inspiratie. Ik kan ook geïnspireerd raken door een boek dat ik op straat vind of door de naam van een cafetaria. In een stadse omgeving raak ik wel sneller geïnspireerd. Als ik in het buitenland ben fotografeer ik niet gauw een berg, maar eerder een pak gek vruchtensap in de supermarkt of snoeppapiertjes met grappige figuren erop. Het zit ook vaak in alledaagse dingen. Zo heb ik een veiligheidspion als visuele inspiratie gebruikt om het verhaal te vertellen over persoonlijke veiligheid en safespace.” Voor Bas is zijn werk zijn leven, maar er is meer balans dan vroeger. “Ik ben niet meer dag en nacht bezig met kunst, we zijn vier dagen per week open. Ik wil ook tijd hebben om voor mezelf te zorgen. Maar ik zou niets anders hebben kunnen doen. Ik heb echt invulling gegeven aan mijn roeping”.