Reportages

Weerman Johan Effing

Hij nadert de eerbiedwaardige leeftijd van negentig jaar. Niet bepaald een leeftijd om dagelijks aan het werk te gaan, maar voor de Losserse weerman Johan Effing ligt dat anders. Nog iedere dag bestudeert hij de weerkaarten en leest de gegevens van zijn weerstation uit. Een mooiere hobby kan hij zich niet voorstellen, zegt hij: “Erwin Krol belde mij ooit: of het hier al sneeuwde…”.

Johan Effing is nu 87 jaar. Op zo’n leeftijd en met een goed geheugen kan een mens veel verhalen vertellen. Bij Effing is dat geen uitzondering. Hij gaat op zijn veertiende met zijn vader mee naar de textielfabriek van Ter Kuile. De textiel boeit hem: “Ik heb er nooit spijt van gehad, een geweldig vak. Zeker als die nieuwe weefgetouwen kwamen die een bloem in het doek konden weven. Dat waren eigenlijk de voorlopers van de computer. Een fantastische techniek en de belangstelling is altijd gebleven.”

 Textielindustrie

Hij volgt de avondschool voor textiel, maar dat kon hem dan weer niet echt boeien: “Ik ben teveel een natuurmens, moest buiten zijn. Als het sneeuwde of de kameraden gingen schaatsen zat ik op school…” Zoals in de strenge winter van 1962. “Ze hadden op dat moment te weinig mensen op de fabriek en wij werden met een taxi vanuit Losser naar Enschede gebracht.” Ondanks die ‘luxe’ maakt Effing de ineenstorting van de Twentse textiel mee en werkt nog kort bij de textielfabriek Rigtersbleek: “Wat een smeerpröttel was dat daar: stoffig en vies.” Het verhaal van Rigtersbleek is synoniem voor de regionale textielindustrie, zegt Effing: “Eerst ging het bedrijf naar Neede en daarna naar de derde wereld. Daar was het arbeidsloon lager en viel meer geld te verdienen voor de fabrikanten.” Voor Effing betekent het echter ook het einde van zijn loopbaan in de textiel. Hij is 55 en gaat aan het werk in de betonreparatie. Hij heeft het talent voor pleisterwerk en wordt zelfs lid van de examencommissie voor stukadoors. “Anders had ik mijn 65ste niet gehaald. Betonreparatie is zwaar werk.”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt Effing kennis met geografie: “We hadden een onderduiker in ons huis en die had allemaal atlassen meegenomen. Hij vertelde ook over die landen. Het interesseerde mij, al die kaarten. Nadat de oorlog voorbij was hoorde ik voor het eerst een weerpraatje om zeven uur ’s morgens. Toen sloeg de vonk over.” Het was vooral de combinatie van de landen en de klimaten die Effing aantrok: het vergelijken van weerkaarten van verschillende landen, het bestuderen van hoge- en lagedruk gebieden. “Dat leerde ik destijds allemaal uit die atlas: je wist dan waar die landen lagen.”

De eerste weeramateur van Twente

Hij wordt regenwaarnemer nadat hij in Groningen een professionele regenmeter had gekocht. “Jong”, zei mijn vader: “Dat geld kun je beter voor iets anders gebruiken.” Om zijn weerbureau verder te professionaliseren kocht hij uit de boedel van Ter Kuile een thermohydrograaf. “Die werden in de textiel gebruikt om de vochtigheid te nemen. Ik kon dat goed gebruiken. Bovendien was het een mooi handeltje voor mij: in die lege fabrieken stonden nogal wat van die apparaten en ik heb ze door het hele land verkocht.” In de jaren vijftig start Jan Pelleboer met zijn weerbureau; hij is de eerste die zichzelf weerman noemt. Effing komt later ook in contact met een andere weerman, Hans de Jong in Gorredijk die voor het dagblad Trouw het weerbericht deed. “Allemaal weerkundigen die geld verdienden met het weer. Er gaan inmiddels kapitalen in om maar het is wel haat en nijd tussen die mensen. John Bernard van Meteo Consult vertelde eens dat hij de boot gemist had: Weeronline, Buienradar dat zijn nu grote partijen waar het geld wordt verdiend. Maar hij was te vroeg en internet was nog niet als nu.”

Zelf ging het voor Johan Effing toch voornamelijk om de hobby. Weliswaar deed hij het weerpraatje voor de ziekenomroep en Radio Enschede, spreekbeurten en maakte hij verslagen voor verzekeraars van evenementen. En niet te vergeten belde Erwin Krol hem eens op om te vragen of het al sneeuwde in Losser. “Geld? Nee, dan had ik er nooit zoveel plezier aan beleefd. Ik heb er een geweldige tijd mee gehad en was de eerste weeramateur van Twente. Natuurlijk riepen ze je in Losser wel na wat voor weer het zou worden. Dat hoefde van mij ook weer niet, maar echt: een grotere hobby heb ik niet kunnen krijgen.”

Weerstation Losser

Die hobby draait voor hem niet alleen om het dagelijkse weer. Net zo belangrijk is de administratie van weerverslagen en weerkaarten. Door zijn goede contacten met het KNMI kon hij rekenen op de medewerking vanuit De Bilt, vertelt hij: “Ik was niet tevreden over de regencijfers die ik had verzameld. Bij het KNMI kon ik in de jaarboeken nakijken of het wel klopte. En daarnaast heb ik alle data vanaf 1896: weerkaarten en boeken, alle klimaatcijfers. Heb ik allemaal verzameld.”

Dergelijke hoeveelheden informatie is nauwelijks nog te volgen. Vandaar dat Effing al in de vorige eeuw overstapte op een computer: “Dat was natuurlijk een hele investering. Ik ben drie keer om de computerwinkel heen gefietst voordat ik er binnen durfde te stappen.” Inmiddels is de automatisering op peil, al kan de website alles niet meer verwerken: “Daar kun je alle kaarten en verslagen in terugvinden, maar het is veel en bovendien is de website niet meer actueel te houden door die oude software.” Inmiddels wordt aan dat probleem gewerkt en is www.weerstationlosser.nl voor boeren, burgers en buitenlui een bron van meteorologische informatie. “Dagelijks is het zo’n twee uur werk”, vertelt hij: “In de tuin staat het weerstation waar ik de luchtvochtigheid, zonuren, maximale en minimale temperaturen en windsnelheden mee kan volgen. Mijn waarnemingen vergelijk ik dan met het weerstation van Vliegveld Twenthe. Je hebt namelijk het stadseffect en het plattelandseffect; daar zitten altijd enkele graden afwijking in.”

De Losserse weeramateur benadrukt nog maar eens dat hij nog steeds plezier beleeft aan zijn hobby. Niet dat die vonk op zijn kinderen is overgeslagen, “maar ze weten wel iets meer dan gemiddeld over het weer”, zegt Johan Effing, die eraan toevoegt: “Ik heb een rijk leven gehad dankzij het weer.” We vragen maar niet om een weervoorspelling te doen ten afscheid. Hij had het al duidelijk gemaakt: waarnemen van het weer is iets anders dan het voorspellen van het weer… Maar Johan Effing kan, voor wie het wil weten, wel vertellen wat voor weer het was op 31 december 1900. Of 31 december 2000. Of gisteren…

 

Tekst: Erwin Gevers
Fotografie: Emiel Muijderman