Zussen Wiefferink
Samen met je dier een zo mooi mogelijke prestatie neerzetten. Voor de zussen Britt (25), Jessie (22) en Evi Wiefferink (18) is het hun passie. Dagelijks zijn ze in de weer met hun paarden in hun woonplaats Wierden. Niet zo gek, want met voormalig springruiters Erik Wiefferink en Bernadet Nijhof als ouders, valt de appel niet ver van de boom. Inmiddels maken de zussen zelf naam in de paardensport.
Het is natuurlijk de ideale basis. Opgroeien tussen de paarden en wonen bij Stal Wiefferink waar vader Erik handelt in paarden. Toch zijn de zussen allesbehalve gepusht om de paardensport te beoefenen. Britt: “Er werd zelfs regelmatig gevraagd of we niet op tennis wilden.” Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan, de zussen zijn al jong verkocht. Al voor ze goed en wel tiener zijn hebben ze hun eigen pony’s en nemen ze deel aan wedstrijden. Evi: “Ik heb nog wel even op turnen gezeten, maar uiteindelijk vond ik dat toch minder leuk.” Volgens Jessie is het logisch dat ze alle drie voor de paardensport kozen. “Alles staat bij ons in het teken van paarden. Na school wachtte de verzorging en al onze familie en vrienden zitten in deze wereld.” Niet zo gek dus dat er vaker wordt gezegd dat paardrijden niet alleen een sport, maar ook een levensstijl is.
Tegenslagen incasseren
Die levensstijl heeft de familie Wiefferink al jaren omarmt, maar het heeft zeker niet alleen maar positieve kanten. Ze weten als geen ander dat de discipline springen hard werken is. Jessie: “Negentig procent van de tijd moet je tegenslagen incasseren. Je hebt in deze sport echt doorzettingsvermogen nodig. Als je tijdens een wedstrijd de eerste hindernis raakt, weet je al dat je achterstaat. Toch moet je door.” Maar het is misschien wel juist dat onzekere aspect waardoor ze iedere keer weer nieuwe uitdagingen zien. Evi: “Soms heb je het gevoel dat jij en je paard er helemaal klaar voor zijn en dan gaat toch alles mis.” Britt vult aan: “Maar het mooie in onze sport is dat je de volgende dag dan juist wél weer kan winnen. Natuurlijk doen we er iedere dag alles aan om de paarden zo gelukkig en zo fit mogelijk de wedstrijd in te krijgen, maar soms zit jij heel erg in de flow en het paard niet. Of juist andersom. Je werkt iedere dag met levende dieren, alleen als alles samenvalt, heb je kans op een prijs.”
Eigen kracht
Inmiddels zijn er al genoeg wedstrijden gereden en prijzen gepakt. En daarin is ook vader Erik van groot belang geweest. Jessie: “Hij ziet heel goed welke paarden bij ons passen en wat er tactisch nodig is. Wij hebben natuurlijk profijt van zijn oog voor talent.” Zo rijdt Jessie graag op snelle en jonge paarden die niet te groot zijn. Ze wisselt regelmatig en rijdt met zo’n vijf paarden op concours. Evi rijdt daarentegen op twee grote paarden, die al wat ouder zijn. “Ik wil vooral voor de nul fouten gaan.” Oudste zus Britt is juist goed in het heel precies en dressuurmatig trainen van haar dieren. “Veel werk in het paard steken, dat vind ik het allermooist.”
Allemaal hebben ze hun eigen kracht en juist daardoor kunnen ze ook veel van elkaar leren. Evi: “Ik zou bijvoorbeeld het lef van Jessie of de precisie van Britt wel willen hebben. Maar omdat we zo verschillend zijn, kunnen we elkaar juist heel goed motiveren.” Samen trainen doen ze eigenlijk nauwelijks, dat gebeurt vooral onder leiding van vader Erik. Jessie: “Veel ouders zijn misschien wel té fanatiek als ze zelf een sport op hoog niveau hebben beoefend. Bij ons is dat helemaal niet het geval. Het maakt niet uit hoe we de ring uitkomen, het is altijd goed.” Britt: “Maar dat betekent niet dat we niet fanatiek zijn, we leggen voor onszelf de lat wel hoog. Je wil jezelf namelijk altijd verbeteren.” Hoewel de zussen onderling heus wel eens strijd hebben, gaat dat eigenlijk nooit over de paarden. Evi: “Als we samen op concours gaan, gunnen we het elkaar heel erg. We zijn altijd blij voor elkaar, de ene dag gaat het bij Britt heel goed, de volgende dag bij Jessie. Dat samen beleven is heel mooi.”
Trots op prestaties
Dat ze hele andere ruiters zijn, is inmiddels wel duidelijk. Toch hebben ze alle drie al prachtige prestaties neergezet. Evi reed haar beste jaar tot nu toe bij de junioren. In april wist ze tijdens het NK met haar paard Hotlips een tweede plaats te bemachtigen op een hoogte van 1.40 meter. Daarnaast reed ze in het Duitse Hagen foutloos en werd ze daardoor derde met het Nederlands team. Britt is het meest trots op haar prestatie bij Indoor Wierden in 2019. Met haar paard Alpha sprong ze daar foutloos 1.45 meter tijdens de Grote Prijs. In 2023 won ze daarnaast de Twentecup. “Die wedstrijd leeft in deze regio behoorlijk.” Jessie kijkt vooral met voldoening terug naar de Nationale Grote Prijs van Wierden in 2022. In deze 1.45 meter hoge proef eindigde ze met haar paard Jayton op de derde plaats. “Er werd heel weinig ‘nul’ gereden, mijn dag kon toen echt niet meer stuk.” En het beste van die prestaties? Dat ze het samen beleefden. “Bij dit soort bijzondere wedstrijden staan we met tranen in onze ogen te kijken naar elkaar”, vertelt Britt. Evi: “Uiteindelijk doen we het ook echt met z’n allen, je kunt het niet alleen.”
Zolang het leuk blijft
Dat die passie voor paarden voorlopig niet weg is, wordt wel duidelijk als je de zussen spreekt. Maar aan de andere kant moet het ook ‘leuk’ blijven. Britt: “We zijn allemaal heel erg betrokken bij de sport, elk op onze eigen andere manier.” Zo werkt Jessie naast haar studie makelaardij in de stal bij haar vader. “Dat blijf ik doen zolang ik het leuk vind. Uiteindelijk zou ik het heel mooi vinden om bijvoorbeeld drie paarden helemaal zelf op te leiden en dan te verkopen.” Wat dat betreft is vader Erik een goed voorbeeld. “Hij heeft wel echt een speciaal oog.”
Ook Britt blijft voorlopig iedere dag streven naar het beste resultaat. Ze combineert dit met haar werk bij Universiteit Twente, waar ze onderzoek doet naar leren en ontwikkelen op de werkvloer. “Ik zou graag nog een paard van het laagste niveau naar 1.40 meter willen trainen. Dan wil ik daarna het paard doorgeven, bijvoorbeeld aan mijn vriend en ruiter Hessel Hoekstra, zodat zij samen nóg een stapje hoger kunnen komen. Dat lijkt me heel prachtig om te zien.” En ook de jongste telg heeft nog genoeg plannen. De 18-jarige Evi stroomt volgend jaar door naar de youngriders. “Daar wil ik het zo goed mogelijk doen en het liefst natuurlijk bij een van de beste horen. Maar aan de andere kant, als je hele grote dromen hebt, kan het alleen maar tegenvallen. Daarom bekijk ik het liever wedstrijd per wedstrijd.” Daarnaast begint ze in september aan de studie Commerciële Economie in Hengelo. Jessie: “Ik denk dat we allemaal geleerd hebben, ook van onze ouders, om heel realistisch te kijken naar de paardenwereld. In Twente is het een hele sociale wereld, maar het is ook lastig. Zeker als vrouw is het niet vanzelfsprekend om hier je carrière van te maken.”